Ontdek hoe gemakkelijk het in Nieuw-Zeeland is om buiten de gebaande paden te treden en prachtige bossen, meren, bergen en stranden van adembenemende natuurlijke schoonheid met zijn flora en fauna te ontdekken.
Oorspronkelijk was 80% van de landoppervlakte van Nieuw-Zeeland overdekt met wouden. Daarvan is circa 23% overgebleven, waarvan veel in nationale parken, woudparken en reservaten. Deze uitgestrekte wildernis met zijn vele unieke en zeldzame soorten planten, vogels en insecten is een van de voornaamste attracties van het land.
Inheemse bomen zijn in het algemeen groenblijvende bomen, met inbegrip van reuzennaaldbomen, zoals de kauri, green en totara en verscheidene beukensoorten. Ongeveer driekwart van de inheemse bloeiende planten zijn uniek; botanisten zijn in het bijzonder geïnteresseerd in de sub-alpenplantensoorten. Aan de kust in het noorden vormen grote inheemse vlasplanten, toetoe, pampagras en mangroven het uitzicht langs de kant van de weg. Dat geldt ook voor de grote kust-pohutukawabomen, die bekend staan als de “Nieuw Zeelandse Kerstboom”, omdat hun rode bloemen in december overvloedig verschijnen.
Twee soorten vleermuizen en veel unieke loopvogels zijn inheemse diersoorten. De kiwi, nationale vogel van Nieuw-Zeeland, is genoemd naar zijn roep. Het is een nachtdier met de afmeting van een kleine kip. De kiwi heeft weliswaar vleugels maar gebruikt deze niet. Hij heeft sterke poten en neusgaten aan het eind van zijn lange snavel die hij gebruikt om zijn voedsel te vinden dat bestaat uit aardwormen.
Nieuw-Zeeland heeft een serie kleine reptielen, met inbegrip van de brughagedis. Dit is de enige bekende soort van een afzonderlijke orde van reptielen en een nog levend naaste verwant van de dinosaurus.
In Nieuw-Zeeland bestaan geen inheemse of geïntroduceerde slangen en geen van de reptielen zijn giftig of schadelijk. Allen zijn uniek voor Nieuw-Zeeland, evenals vrijwel alle inheemse insecten, spinnen, slakken en alle aardwormen. Het grootste insect van de wereld is de weta, een groot krekelachtig beest met een woest voorkomen, maar die behalve misschien hinderlijk, ongevaarlijk is. Reuzenslakken en unieke kikkers leven nog in geïsoleerde omgevingen op bergen en eilanden. Veel vissoorten komen alleen voor in de Nieuw-Zeelandse wateren.
